Alle berichten van admin

Tovenaarsleerlingen

Heel lang geleden waren er eens een tovenaar en negen hulpjes die prachtige sprookjesfilms maakten. Van video’s en dvd’s had toen nog niemand gehoord en je mocht al blij zijn als je geld genoeg had voor de bioscoop, of als je plaatjes uit de films te pakken kreeg. Je kon ze verzamelen in een plakboek met het verhaal erbij. Toen de tovenaar stierf gingen gewiekste zakenlieden met zijn figuren aan de haal om de wereld te overvoeren met fantasieloze imitaties. Maar intelligente leerlingen, zoals de mensen van Pixar studio’s en studio Ghibli, koesteren nog altijd het oude vakmanschap dat Walt en zijn nine old men* ons schonken.
(*Frank Thomas, Ollie Johnston, Ward Kimball, Marc Davis, Wolfgang Reitherman, Les Clark, John Lounsberry, Eric Larson en Milt Kahl vormden de kern van de groep animatoren en regisseurs in de gouden jaren van de Disney studio’s.

Saturnus’ ringen

 

 

 

 

 

Ruimtevaart en astronomie hebben mij van jongsafaan gefascineerd. Exotische vormen en patronen, subtiele nuances, oogverblindende kleuren en onuitputtelijke raadsels. Altijd blijken de grenzen van het menselijk voorstellingsvermogen te kunnen worden opgerekt.

Kauwgumplaatjes

Waarschijnlijk om de verkoop van pakjes kauwgum te vergroten werden er ooit aantrekkelijke plaatjes bij gestopt. De “kauwgumplaatjes” hoorden tot de vaste uitrusting van scholieren. Tegenwoordig zijn het plaktattoos, stickers, speelkaarten van Bakugan of Pokemon en speelt de kauwgum geen rol meer. De onderwerpen varieerden vroeger van Batman, Thunderbirds en Huckleberry Finn tot ruimtevaart- en voetbalplaatjes. Soms was de achterkant een spelletje of een deel van een puzzel en compleet als het laatste kaartje in je bezit kwam. Dat veroorzaakte een levendige ruilhandel op het schoolplein. Nu de vraag: welke achterkant hoort bij welk onderwerp?

Colorama

Tot de jaren ’90 waren “Colorama’s” (grootformaat feelgood dia’s – 5 x 18 m, verlicht door meterslange TL buizen en geproduceerd door Kodak) een bezienswaardigheid. Het fenomeen was geïnspireerd door het succes van Cinemascope in de bioscopen en de opkomst van de kleurenfotografie. Iedere drie tot vijf weken wisselde de panoramische lichtbak in de grote hal van het Grand Central Station in New York van onderwerp. Tegen het einde van de 20e eeuw vervloog de magie van statische reuzendia’s, oplichtend in een donkere stationshal, door de explosieve groei van neon en LCD displays vol beweging. Deze afbeelding uit 1957 is geënsceneerd door de beroemde illustrator Norman Rockwell en gefotografeerd door Ralph Amdursky en Charles Baker. (Zie ook de link onder ‘Inspiratie’.)